Gevaarlijke stoffen en etikettering
Gevaarlijke stoffen zijn volgens milieuwetgeving alle stoffen die conform de ADR (Accord européen relatif au transports international des marchandises Dangereuses par Route) zijn geclassificeerd. U kunt de ADR-klasse van een stof vinden in hoofdstuk 14 van het Veiligheidsinformatieblad (VIB/MSDS) van de stof. Naast de ADR-klasse wordt in milieuwetgeving het GHS (Globally Harmonised System) gebruikt, dit zijn witte ruiten met rode rand. Wms-etiketten (oranje symbolen) zijn verboden.

Levering/afvoer gevaarlijke stoffen
Alle gevaarlijke stoffen moeten via het Chemisch centrum (HTC2) worden geleverd en afgevoerd. Bij het Chemisch centrum worden namelijk alle gevaarlijke stoffen geregistreerd. Met dit overzicht kan CVM de hoeveelheid gevaarlijke stoffen op HTCE, zoals opgenomen in de milieuvergunning, beheren. Neem contact op met het Chemisch centrum om met hen afspraken te maken over het bestellen, leveren en afvoeren van gevaarlijke goederen.
Contactgegevens Chemisch Centrum: 040-27 30123 / info.htc2@philips.com.

Opslag gevaarlijke stoffen
Opslag van gevaarlijke stoffen moet plaatsvinden in HTC2, het Chemisch Centrum. Op locatie, binnen uw organisatie mogen een werkvoorraad en minimale hoeveelheden opslag aanwezig zijn.

Indien uw organisatie meer 50 liter/kilogram gevaarlijke stoffen op locatie aanwezig wilt hebben, moet de opslag plaatsvinden in een brandveiligheidsopslagkast. Als een brandveiligheidsopslagkast wettelijk verplicht is, moeten alle gevaarlijke stoffen op het einde van de werkdag in deze kast worden geplaatst. Opslag in bijvoorbeeld een zuurkast is niet toegestaan.

Als uw organisatie is gevestigd in een kelder of op de begane grond van een gebouw die geen kelder heeft, moeten bodembedreigende stoffen in/op een voldoende grote lekbak worden geplaatst.

Eisen Brandveiligheidsopslagkast
In de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15: 2016 staan de eisen die gelden aan een brandveiligheidsopslagkast. Een brandveiligheidsopslagkast dient goed te functioneren. Daarom moet onderhoud plaatsvinden. Dit kan door het periodiek (laten) controleren van uw kasten.

Op de buitenzijde van de opslagkast moeten op duidelijk zichtbare plaatsen waarschuwingsborden worden geplaatst, die het gevaar van de opgeslagen stoffen aanduiden. Dit kunt u doen door de GHS-symbolen van de stoffen die in de kast worden opgeslagen, op de deuren aan te brengen.

Hoeveelheid en locatie gevaarlijke stoffen
In uw deelvergunningaanvraag heeft u per ADR-klasse opgegeven hoeveel gevaarlijke stoffen er maximaal binnen uw organisatie aanwezig is. U dient, aantoonbaar, te borgen dat de maximaal toelaatbare hoeveelheden per ADR-klasse niet (kunnen) worden overschreden.

Deelvergunning/ Aanvalsplan
Voordat u gevaarlijke stoffen gaat opslaan/gebruiken moet hiervoor een deelvergunning zijn afgegeven door CVM. Gewenste wijzigingen dienen daarom minimaal 4 weken voor de wijziging met een veranderingsvergunning bij CVM te worden aangevraagd.

De locatie van brandveiligheidsopslagkasten, gaskasten en losse gasflessen moeten op het aanvalsplan zijn opgenomen. Uw organisatie is verplicht de (gewijzigde) locatie van de brandveiligheidsopslagkast(en), gaskast(en) en/of losse gasfles(sen) door te geven via e-mail: tech.info.beheer@hightechcampus.com.